Er zijn bepaalde factoren die gedetineerden helpen om binnen detentie door te gaan met hun criminele activiteiten. Door inzicht hierin ga je crimineel gedrag beter begrijpen. Jeroen Bakker heeft de criminele driehoek in detentie ontwikkeld. De licentie van dit concept wordt onder andere gebruikt door het ministerie van Justitie en Veiligheid.
1. Tijd
Criminelen in detentie hebben letterlijk de tijd en maken daar dan ook gebruik van. Buiten detentie moet je soms snel beslissen, in detentie is deze noodzaak minder groot. Criminelen gebruiken deze factor tijd om strategisch te denken. Daarnaast weten ze informatie en gedrag van wat ze waarnemen slim in te zetten.
2. Samenwerking
Een andere factor is samenwerking. Dit kun je wel aan criminelen overlaten. Bij een samenwerking met mensen buiten de inrichting kan het bijvoorbeeld gaan om de invoer van contrabande. Denk aan bezoekers die in de luiers van baby’s drugs of communicatiemiddelen smokkelen. Of kwetsbare personen die ingezet worden om criminelen in de gevangenis te bezoeken om smokkelwaar of informatie te leveren. Men heeft elkaar bijvoorbeeld kort voor de detentieperiode leren kennen, vaak bewust geïnitieerd vanuit de gedetineerde. Criminelen ‘werken ook graag samen’ met medewerkers binnen en buiten de inrichtingen. Ze zijn op zoek naar handige informatie waar zij hun voordeel mee kunnen doen.
3. Hengelen en sponzen
Criminelen zijn meesters in het observeren. Ze observeren gedrag en lichaamstaal heel goed en gebruiken dit in hun strategie om jou iets te laten doen. Natuurlijk nemen ze de tijd en slaan ze niet direct toe. Ze zijn continu aan het “sponzen”. Daarnaast kunnen ze heel goed vragen stellen en informatie verzamelen. Dit doen ze niet direct, maar af en toe. Ze zijn aan het hengelen. Zo kunnen ze een goed beeld van een ander krijgen waarmee ze de ander kunnen confronteren of verleiden. En krijgen ze zicht op mogelijke risico’s bij de ander.