Scroll Top
Sterk Blauw
Spannende politieverhalen

Beleef spannende politieverhalen met wijkagent Jeroen Niewenhuis, recherchekundige André Goedegemoed en aspirante Sanne van der Ham.  Los met deze sterke combinatie de politiezaken uit het blauwe politiewerkveld op! Er zijn twee unieke uitgaves van dit boek verschenen: de zaak Schutter en de zaak Calluna. In de uitzending van RTL Boulevard in 2009 raadde Peter R. de Vries aan om de boeken te lezen.

Absoluut herkenbaar. Voor iedereen. Voor elke lezer.

Onder de petten 
Onder de petten, geeft korte beschrijvingen van de vaste karakters die voorkomen in de boeken van Sterk Blauw.

Jeroen Niewenhuis is wijkagent, vierentwintig jaar jong en zit vijf inspirerende dienstjaren bij de politie. Jeroen groeide op in een voormalige pastorie in het midden van het Groene Hart. Zijn vader is trots op Jeroens politie-uniform. Zijn moeder heeft slapeloze nachten door de nachtdiensten van zoonlief. Zij zag liever dat Jeroen politieman was geworden in een klein dorp. De zus van Jeroen, Petra, werkt bij een ministerie en behoedt hem met regelmaat voor domme dingen. Na een lange relatie is Jeroen sinds kort weer single. Hij heeft zijn eigen huisje aan de Troelstrastraat met genoeg ruimte voor zijn schoenencollectie. Al is dat niet het enige waar Jeroen er veel van heeft want hij is erg slecht in het weggooien van dingen. Een slordig, maar een opgeruimd iemand.

André Goedegemoed is recherchekundige, net dertig geworden en pas één dienstjaar bij de politie.  André groeide als enigst kind op aan de Keizersgracht in Amsterdam in een statig grachtenpand met trapgevel uit 1612 waar zijn vader een praktijk heeft als orthodontist. André wilde altijd al bij de politie, maar zijn vader vond het beter dat hij naar het conservatorium ging. Onder grote druk van zijn vader heeft hij dus eerst piano en zang gestudeerd aan het Rotterdams Conservatorium, omdat er aan het Amsterdams Conservatorium geen plaats meer was. Na het succesvol afronden van het conservatorium besloot André alsnog bij de politie te gaan en het echte recherchevak te leren. Hij ziet altijd muziek in al zijn werk. André is gesteld op luxe en dat zie je terug in zijn mooie appartement in het Entrepotdok op de Kop van Zuid in Rotterdam. Ondanks de behoefte aan luxe, leeft André zuinig en spaarzaam.

Sanne van der Ham, achttien lentes jong en sinds een half jaar aspirante aan de Politieacademie. Sanne staat onbevangen in haar jonge leven, ze heeft een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel, is alert op haar omgeving en spreekt mensen direct aan. Aan haar houding en gelaatsuitdrukking is altijd direct te zien wat ze ergens van vindt. Dit leidt regelmatig tot conflicten op de academie. Sanne zorgt graag voor haar medemens. Daarom verbaasde het menigeen dat zij de keuze voor de politie maakte in plaats van de verpleging in te gaan. Sanne woont nu nog bij haar ouders, maar staat ingeschreven voor een appartementje in een zusterflat. Ze hoopt daar snel de muren in haar lievelingskleur roze te kunnen verven.

Claudia van Dolen is recherchekundige, achtendertig jaar oud en al achttien dienstjaren bij de politie. Claudia werkte eerst bij de noodhulp, waar zij bekend stond als ‘de enige vrouw die haar mannetje staat’. Na dat twaalf jaar gedaan te hebben is zij zich gaan specialiseren in het recherchevak. Claudia woont in Schiedam en heeft de zorg voor haar moeder, die slecht ter been, maar nog goed bij het hoofd is. In haar vrije tijd geeft Claudia paardrijles en is ze een verwoed zeezeilster. Claudia hoopt ooit nog een gezin te kunnen stichten.

Bas van der Post, negenenvijftig jaar, oud-marinier en politieman in hart en nieren. Zijn liefde voor het vak ligt in de wijk. Hij is de eerste en de oudste wijkagent van het korps. Aan bureau fungeert hij als steun en toeverlaat voor het team. Door zijn rode baard en grijze haardos is Bas een bijzondere verschijning in de wijk. Hij is nog een politieman van tússen en mét de wijkbewoners. Bas vindt dat een goede wijkagent vierentwintig uur per dag bereikbaar moet zijn voor zijn wijk.

De zaak Schutter 
In de bouwput van het Centraal Station te Rotterdam wordt het lichaam van Rinus Schutter gevonden. Hij blijkt te zijn doodgeschoten met kogels uit een Walther P5, een pistool zoals bij de politie gebruikt wordt. Door capaciteitsgebrek bij de politie moet rechercheur André Goedegemoed deze moordzaak alleen behandelen. Op aanraden van zijn collega Claudia van Dolen betrekt hij de wijkagent van de wijk Oude Westen, waar Rinus Schutter woonde, bij de zaak. Deze jonge wijkagent, Jeroen Niewenhuis, helpt de rechercheur waar hij kan. Zijn kennis van de wijk maakt dat er voor de rechercheur deuren opengaan die anders gesloten zouden blijven.

Het gebruikte geweld maakt dat de politiemensen zich vooral richten op de georganiseerde criminaliteit in de stad Rotterdam. Dit blijkt een dood spoor en het onderzoek raakt in het slop. Rinus Schutter was in zijn jonge jaren marinier en raakt na  zijn diensttijd aan lager wal. Dit kost hem zijn gezin. Zijn dochter Sjoukje raakt door de spanningen thuis aan de drank en verlaat haar ouders op dertienjarige leeftijd om met een vijftienjarige buurjongen een nieuw leven te beginnen. Deze relatie loopt op niets uit en Sjoukje wordt in het diepste geheim opgevangen door de toenmalige wijkagent van het Oude Westen, brigadier Sjaak van Woensel. Deze onderhoudt het meisje en zorgt er voor dat ze niet helemaal aan lager wal raakt. Sjoukje op haar beurt stelt haar lichaam ter beschikking aan hem om iets terug te kunnen doen. Sjaak en Sjoukje zijn zo nauw met elkaar verbonden dat Sjoukje toegang heeft tot het dienstwapen van Sjaak. In die tijd verlaat de vrouw van Rinus, Petra van Haarlem, hem en begint een nieuw leven in Rotterdam-Zuid.

Door de informatie uit de buurt beseft Jeroen Niewenhuis op een gegeven moment dat de oplossing van het misdrijf in de naaste omgeving van het slachtoffer te vinden moet zijn. Hij gaat actief op zoek naar Sjoukje Schutter, de dochter van Rinus.

Sjaak van Woensel mist op een gegeven moment zijn dienstpistool. Niet veel later wordt hij  gebeld door Sjoukje die hem zegt dat ze het pistool alleen maar even geleend heeft om te dreigen. Ze bezweert hem er niet mee geschoten te hebben. Ze laat het pistool voor hem achter op de Erasmusbrug. Sjaak wordt vervolgens benaderd door André Goedegemoed. Dit benauwd hem en door zijn onzekerheid over zijn verhouding met Sjoukje en het missen van zijn wapen wordt hij zodanig afgeleid dat hij bij een verkeersongeval op Zuid om het leven komt. André mist een getuige en wordt van de zaak gehaald. De moord op Rinus Schutter is nu een cold case.

Door de dood van Sjaak wordt Sjoukje opeens niet meer verzorgd. Zij snapt niet waar Sjaak is en valt, beneveld door de drank, door het glas van haar voordeur. In het Erasmus MC wordt ze opgenomen en het zijn de maatschappelijk werkster en een verpleegkundige die het voor haar opnemen en voor haar naar haar moeder gaan zoeken. Sjoukjes moeder is inmiddels door André Goedegemoed gevonden. Omdat de zoektocht van de ziekenhuismedewerkers moeizaam verloopt, wenden zij zich tot de politie op het bureau Eendrachtsplein. Hier vallen de puzzelstukjes in elkaar.

In het laatste hoofdstuk vertelt André Goedegemoed, gezeten aan zijn grote, houten keukentafel, zijn direct betrokken collega’s nog een keer hoe het verhaal precies in elkaar zit en hoe de moord zich precies voltrokken heeft.